Het Ras |
Nog niet zo lang geleden was de havanezer een onbekend ras, waarvan maar weinig mensen het bestaan kenden. Inmiddels is de hij een vaak en graag geziene deelnemer op tentoonstellingen. Hieraan is natuurlijk een hele tijd van inspanningen vooraf gegaan, waarbij een klein aantal rasliefhebbers de grondslag legde voor onze huidige populatie. (Zie "ontstaan", in het menu.) |
||
Misschien dankt de havanezer zijn populariteit wel aan zijn flexibele houding. Hij voegt zich gemakkelijk in elke gezinssituatie. Zelfs wanneer er plotselinge veranderingen optreden, past hij zich bijna altijd moeiteloos aan. Dankzij een karakter dat in het algemeen vlekkeloos genoemd mag worden is dit kleine ras uiterst betrouwbaar te noemen. Door een zorgvuldig fokbeleid, waaraan in de afgelopen jaren heel hard gewerkt is, mogen we spreken van een goed gezonde populatie waarin gelukkig heel weinig ziekten en erfelijke afwijkingen voorkomen. Op bepaalde afwijkingen die bij honden voor kunnen komen en waarvan bekend is dat ze erfelijk zijn, wordt stelselmatig getest! Alle havanezers waarmee binnen de HCN wordt gefokt, worden bijvoorbeeld (verplicht!) getest op pra, cataract en patella-luxatie. |
Het Karakter |
Havanezers zijn kleine gezelschaps- honden. Ze zijn zeer aanhankelijk en verkeren graag in menselijk gezelschap. Zij vinden het heerlijk om vertroeteld en geknuffeld te worden, maar zullen niet snel opdringerig zijn. Het zijn vrolijke, zachtaardige en meegaande hondjes. Ze zijn buiten- gewoon intelligent en snel van begrip. Omdat ze het je graag naar de zin willen maken, zijn ze gemakkelijk op te voeden. Gezien hun grote behoefte aan gezelschap zijn havanezers geen hondjes die hele dagen alleen thuis kunnen zijn. Voor mensen die de hele dag werken, een aantal dagen in de week, zijn ze dan ook niet geschikt. Vaak hele dagen alleen zijn of in een kennel doorbrengen, is het ergste dat je ze kunt aandoen.Hoewel ze het liefst overal mee naar toe gaan, is met de juiste begeleiding en opvoeding ze wel bij te brengen om af en toe eens een paar uurtjes alleen te blijven. |
|
Ze zijn zeer gevoelig voor de stemming van hun baasjes. Het zijn clowns als je verdrietig bent, je vindt ze aan je zijde als je ziek bent en ze zijn blij als je gelukkig bent. Door deze gevoeligheid voelen ze het ook direct aan als ze iets gedaan hebben wat niet mag. Vaak is er niet meer dan een verwijtend woord voor nodig om ze te laten merken dat je hun gedrag niet op prijs stelt. Meestal staan ze dan een paar minuten later bij je om het goed te maken. Het is een prettige bijkomstigheid dat havanezers vrijwel niet verharen en reukloos zijn. Kunstjes hebben ze zo onder de knie. Ze werden vroeger dan ook heel vaak als circushondjes gebruikt. Aangeleerde trucjes doen ze al snel uit zichzelf omdat ze de aandacht die ze daardoor krijgen zo leuk vinden. Hoewel ze die trucjes ook wel eens gebruiken om iets lekkers te krijgen, of om onder iets uit te komen dat ze liever niet doen . . . En wat is het dan moeilijk om ze te weerstaan!!! Met "Gedrag en Gehoorzaamheid" (G & G) en "Behendigheid" doen de havanezers heel goed mee, ook op wedstrijden. Al in 1995(!), toen er nog nauwelijks havanezers in Nederland te vinden waren, was er een zelfs geselecteerd voor het Nederlands Kampioenschap Cynophilia (G & G -1). |
Ontstaan |
Onderstaand artikel is een samenvatting van de Nederlandse vertaling van Suzanne McKay's "HAVANESE HISTORY". De volledige vertaling1, met veel meer bijzonderheden, vindt u hier (na het tot stand komen van de vertaling is het origineel gwijzigd) Het Engels-talige origineel vindt u hier. Havanezers behoren tot de Bichon-familie. Over het ontstaan van het ras "havanezer" is niets met zekerheid bekend. Er bestaat een aantal theorieën, die slechts met elkaar gemeen hebben dat ze een vermenging zijn van feiten, vermoedens en verzinsels. Wel is men het er algemeen over eens dat het altijd een klein, uit het Middellandsezeegebied afkomstig, ras is geweest, dat in het bezit was van de elite en dat door Italianen en/of Spanjaarden in Zuid-Amerika terecht kwam. |
||
De Cubaanse schrijfster Zoila Portuendo Guerra heeft degelijk onderzoek verricht en komt met misschien nog de meest waarschijnlijke theorie: Tot het begin van de 19eeeuw bestond er een geheel wit Cubaans ras dat "blanquito" heette en dat zeer vermoedelijk ontstaan is uit uit Europa afkomstige bichons. Dat ras werd echter gekruist met een paar andere rassen, waaronder voornamelijk kleine, gekleurde poedels uit Frankrijk en zo ontstond in de loop van de 19eeeuw de huidige havanezer. Die havanezer werd troeteldier van de welgestelde Cubanen en leefde een onbekommerd bestaan tot in 1959 de Cubaanse revolutie uitbrak. Slechts enkelen van de naar de VS en Costa Rica gevluchte Cubanen waren in staat hun havanezer mee te nemen tijdens hun vlucht. Die enkelingen hebben meer dan tien jaar het ras in stand gehouden. |
||
In het begin van de jaren zeventig zijn Bert en Dorothy Goodale heel doelbewust en vakkundig gaan fokken met drie bloedlijnen havanezers. Bovendien werd men ook op Cuba zélf actief: na zorgvuldig onderzoek werd daar een fokprogramma opgezet met 15 raszuivere exemplaren als uitgangspunt. Inmiddels bestaat de havanezer weer in grote aantallen en gaf Cuba zelfs een postzegel uit, met een havanezer als afbeelding. Al deze inspanningen hebben geleid tot de havanezer zoals we die nu kennen. |
Rasstandaard |
Havanezer Rasstandaard (FCI - 250) Datum van in werking treden: 4 november 2008, herzien: 12-01-2009 Gebruik: Gezelschapshond Klasse FCI: GROEP 9 - GEZELSCHAPSHONDEN |
||
Kort historisch overzicht: Dit ras is afkomstig uit het Westelijk Middellandse Zeegebied en heeft zich ontwikkeld in de Spaanse en Italiaanse kuststreken. Blijkbaar werden deze honden in vroegere tijden meegebracht naar Cuba door Italiaanse kapiteins op de grote vaart. Bij vergissing heeft de voornaamste kleur havana (tabakskleur, bruin-rood) van deze honden, het verhaal doen ontstaan dat het hier gaat om een ras uit Havana, de hoofdstad van Cuba. Bepaalde omstandigheden op Cuba hebben geleid tot het totaal verdwijnen van de oude havanezer bloedlijnen; enkele afstammelingen hebben overleefd in de Verenigde Staten na van het eiland te zijn gesmokkeld. |
||
Algemeen uiterlijk: De havanezer is een kleine stevige hond, laag op de benen, met een lange overvloedige, zachte en bij voorkeur golvende vacht. Het gangwerk is levendig en veerkrachtig. Belangrijke verhoudingen: Gedrag en karakter: |
||
Hoofd:
Aangezicht
Hals:
Staart:
Vacht:
Hoogte:
Diskwalificerende fouten:
Elke hond die lichamelijke of gedragsafwijkingen vertoont dient te worden gediskwalificeerd. |
Patella-Luxatie |
Onderzoek patella-luxatie verplicht! Dit is een besluit van de Algemene Ledenvergadering van de HCN en (nog?) geen eis die de RvB aan ras- verenigingen stelt. 1) Bij een patella-luxatie schuift de knieschijf opzij en zit dus niet meer op z'n plaats. |
||
Lijst erkende Artsen - Patella Luxatie | ||
Formulier uitslag patella luxatie onderzoek | ||
HET PATELLA-PROBLEEM BIJ DE HOND. (door prof. F.J. Meutstege) |
||
Definitie: de patella (knieschijf) is een zgn. sesambeen1) in het kniegewricht. Hij zit in de pees van de grote dijspier, die middenvoor aan het scheenbeen trekt, en op die manier staan en springen mogelijk maakt. Om ervoor te zorgen, dat de patella tijdens de belasting (staan, lopen) van het gewricht niet naar opzij van het bot (uiteinde van het dijbeen) afglijdt, vinden we aan de voorzijde van het dijbeen een groef (trochlea), waarin de aan de onderkant wat bolle knieschijf precies past. Tijdens het bewegen van de knie glijdt de patella op en neer in deze groef. Aan de zijkanten wordt de patella in de groef gehouden door het gewrichtskapsel en door uitlopers van peesplaten. |
||
Wat is nu patella-luxatie2) en wat is daarvan de betekenis voor de hond? De tweede situatie zien we meestal bij oudere pups of volwassen dieren: hier zit de patella in rust meestal wel op z'n plaats, maar schiet eraf zodra het pootje wordt belast of gedraaid bij lopen of spelen. Hier gaat de patella dus afwisselend in en uit de kom. Na verloop van tijd treedt daardoor "slijtage" op in het gewricht en dat leidt weer tot een chronische gewrichts-ontsteking. |
||
Het probleem van de patella-luxatie treedt bij meerdere rassen op en is, naar algemeen wordt aangenomen, een erfelijk probleem. Het is daarom zaak voor de fokkers, dieren met dit gebrek vroegtijdig te (doen) herkennen. Deze dieren behoren niet voor de fokkerij gebruikt te worden. Het herkennen van dieren met een patella-probleem is soms voor een ervaren en oplettende eigenaar of fokker helemaal niet moeilijk, maar in andere gevallen hebben de dieren zich zo weten aan te passen aan hun handicap, dat alleen onderzoek door een deskundige dierenarts-orthopeed het probleem aan het licht kan brengen. En wanneer we nu weten dat de anatomische vorm van het lichaam voor het grootste deel erfelijk bepaald is (het exterieur), dan laat het zich verstaan, dat men bij de keuze van fokdieren erop moet letten niet 2 dieren te combineren, waarbij de patella zo los ligt dat deze uit de groef te drukken, te luxeren is. Het risico ontstaat immers, dat er dan in de nakomelingen pups tevoorschijn komen, die een echt patella-luxatie probleem hebben. Hoe verloopt het onderzoek op patella-luxatie? Honden met een minimum leeftijd van 1 jaar worden op vrijwillige basis door de eigenaar aangeboden voor onderzoek. Methoden. Onderzoek bij het staande dier: de onderzoeker staat achter de hond en omvat met beide handen gelijktijdig de beide knieën zodanig, dat de duimen lateraal (d.i. aan de buitenzijde) op de trochlea femoris geplaatst worden, en de vingers over de patella heen de mediale zijde (d.i. de binnenkant) van de trochlea femoris palperen. Dit heeft de bedoeling om na te gaan of er een verbreding t.h.v. de trochlea aanwezig is, die zou kunnen duiden op een chronische arthrose, cq op een geluxeerde patella. Onderzoek aan het liggende dier:
Bij het staande dier mag de patella niet luxabel zijn. Bij het liggende dier mag, noch tijdens de passieve bewegingen van buigen/strekken en rotatie, noch bij manuele druk de patella luxabel zijn.
* Prof. Drs. F.J. Meutstege 1) Een sesambeen is een verdikking, vrijwel altijd benig, in het verloop van een pees op een plaats waar deze pees voor zijn functie een (meestal zeer grote) druk uitoefent op het eronder liggende bot. 2) Luxatie betekent ontwrichting, uit de kom schieten (in dit geval: uit de groef glijden) 3) crepitatie wil zeggen dat het gewricht kraakt, als gevolg van het plaatselijk verlies van kraakbeen 4) Habitueel betekent: zo nu en dan |
||
HCN-BELEID M.B.T. PATELLA-LUXATIE |
||
Beide ouderdieren dienen ten tijde van de dekking getest te zijn op patella-luxatie. Een kopie van de testuitslag dient binnen drie weken opgestuurd te worden aan de pupinfo. Het onderzoek is eenmalig en wordt uitgevoerd als de hond minimaal twaalf maanden oud is. In Nederland dient het onderzoek te worden uitgevoerd door een daartoe aangewezen specialist (zie Erkende Specialisten). Onderzoeken die in het buitenland zijn uitgevoerd worden geaccepteerd indien uit het testformulier blijkt, dat dezelfde criteria zijn gehanteerd als in Nederland (dus gradatie 0 t/m 4 in linker en/of rechterknie). De fokker is gerechtigd een hertest te laten uitvoeren. Aan de uitslagen worden vooralsnog geen fokwaarden verbonden. Uitslagen worden gepubliceerd in het clubblad.
De bevindingen (bij onderzoek in Nederland) worden in een "BEVINDINGEN PATELLAONDERZOEK"-formulier (zie formulier Patella-Luxatie) genoteerd dat met de goed leesbare kopie van de stamboom door de onderzoekende dierenarts (voorkomende op lijst Erkende Specialisten) wordt opgestuurd naar prof. drs. F.J. Meutstege, waar het voor intern gebruik (fokwaarde-schatting) in eigen archief bewaard wordt. De bevindingen worden in code geactiveerd voor analysedoeleinden. Aan de eigenaar wordt een schriftelijke uitslag van de bevindingen verstrekt (formulier UITSLAG PATELLA-ONDERZOEK). |